“Goedemorgen mevrouw, met internet Ziggo.” Ik word gebeld op mijn mobiel. Het onbekende 06 nummer kán een nieuwe client zijn, dus ik neem op. “Wie zegt u? Meneer Ziggo?" ”Ja mevrouw, ik heb een aanbieding voor u”. “Helaas, meneer ik stel het niet op prijs om telefonisch benaderd te worden!” Meestal is het dan even stil, want deze zin lijkt niet in het script te staan. Deze meneer zegt gelijk: “Maar mevrouw ik kan u helpen internet goedkoper te maken!” “Maar meneer ik heb u toch niet om hulp gevraagd? Dus houd ik het hierbij, fijne dag verder”. Dat wenst hij mij ook.
Hulp vragen. Voor de meesten van ons is dat lastig. We lossen problemen liever zelf op. Gelukkig is de drempel om hulp te vragen op gebied van de psyche een stuk lager geworden. In de hulpverlening is een hulpvraag cruciaal. Als de hulpvraag gepaard gaat met interne lijdensdruk én de motivatie om iets aan het probleem te doen, is er goede kans op gedragsverandering. Bijvoorbeeld als iemand zijn of haar overlevingspatroon als probleem ervaart: “Ik ben mijn bewijsdrang helemaal zat, ook al zitten er voordelen aan, help, ik wíl het niet meer. Geef mij inzicht waarom ik dat nodig had en geef mij handvaten om vanuit authenticiteit mijn gedrag te bepalen.”
Help roepen. Pas móest ik wel omdat ik niet zonder de ander kon. Toen ik met de kleinkinderen in het klimbos klauterde, kon ik halverwege niet verder. "Oma, dan moeten we hélp roepen!" We riepen en ja hoor, daar kwam de reddingswerker aan en takelde me naar beneden. Bang? Nee, gelukkig heb ik geen hoogtevrees en was ik gezekerd aan de lifeline. Het was een goede les om me over te geven in kundige handen.
Hulp vragen kan ook als het niet persé moet, maar vanuit het besef dat ik doorgaans 'hulpbehoevend' ben. Want onze levensweg is geen duidelijke rechte weg, nee, het zit vol bochten en hobbels. Dus valgevaarlijk en niet zonder bedreigingen. Recent ondervond ik aan den lijve dat het wiebelde onder mijn bestaan. Dan bedenk ik: waar is mijn lifeline en hoe ben ik gezekerd? Als ik maar vanuit mijn stiltecentrum vertrek en daar weer uitkom, is de weg begaanbaar. Voor mij is dat stiltecentrum de plaats waar ik God ontmoet in afhankelijkheid en vertrouw dat Hij mysterieus aanwezig is op mijn levensweg. Het heeft iets van een labyrint, zie de foto. Tijdens onze vakantie in België, trof mij deze labyrinten vloer in de Hanswijkbasiliek van Mechelen. Het labyrint bestaat al duizenden jaren. Het staat symbool voor de levensweg: de zoektocht naar onze kern en onze innerlijke bron. Het pad leidt ons naar het centrum én weer naar buiten. Het labyrint trof me ook, omdat even geleden een client vast liep in een doolhof van verdriet, woede en eenzaamheid. Hij kwam er alleen niet meer uit en vroeg om hulp naar de uitweg. Nu weet ik dat een doolhof heel wat anders is dan een labyrint. In een doolhof verlies je je weg, in een labyrint vind je je weg. Zó zou je dus ook een therapietraject kunnen noemen: van doolhof naar labyrint.